Oftewel ‘stoofpot’, maar meteen even een disclaimer. De στιφάδο (stifádo) die ik hieronder beschrijf is een beetje een variant op een stifado met de ingrediënten en middelen die ik hier voorradig heb.
Oorspronkelijk is dit gerecht in de 13e eeuw door Venetiaanse kooplui geïntroduceerd en hebben de Grieken het zich snel eigen gemaakt door variaties te maken met konijn, lam, geit, of zelfs octopus.
Tegenwoordig wordt vaak de rundvlees versie gemaakt, maar als je in de gelegenheid bent om een goeie geitenstifado te proeven raad ik dat zeker aan.
Stifado is natuurlijk ook een uitstekend gerecht om te maken op een tweepits kookplaatje.
Het moet alleen vrij lang op staan, dus daarom misschien wat minder geschikt op vakantie. Met een beetje planning moet dat echter wel lukken.
Waar heb ik hem mee gemaakt:
- een pondje kalfsvlees
- 1 rode ui
- een stuk of 8 kleine uien (sjalotjes kunnen ook prima)
- een pakje tomatensaus (ik had te weinig tomaten, anders had ik die wel gebruikt)
- 3 teentjes knoflook
- 1 citroen (voor de schil en het sap)
- 3 blaadjes laurier, een takje selderij, verse oregano (allemaal vers uit de tuin hier)
- gedroogde oregano
- een flinke theelepel kaneelpoeder (stokje was fijner geweest)
- twee theelepels honing
- rode wijnazijn
- olijfolie
- orzo (ongeveer een kopje)
- bouillon blokje
Hoe heb ik hem gemaakt:
Er zijn drie dingen heel belangrijk. Ik zal ze specifiek benoemen.
Het eerste is dat je start op de heetste stand.
Aangezien we vandaag in de ochtend moesten werken heb ik al heel vroeg een flinke scheut olijfolie in een grote pan verhit.
Vervolgens bak ik op een hoog vuur het vlees aan tot het bruin wordt.
Snijd ondertussen de rode ui in grote snippers, blokjes, of wat voor vorm je leuk vindt.
Pel de kleine uien maar laat ze heel.
Snijd de knoflook ondertussen ook alvast maar klein en gooi een half litertje water in de waterkoker.
De tweede belangrijke tip: Zorg dat je met een houten spatel steeds het aanbaksel (dat is wat er in de pan begint aan te koeken) los roert.
Haal het vlees uit de pan en doe de uien er in. Roer nogmaals het aanbaksel goed los en laat de uien een tijdje bakken (op de gok: ik denk dat ik dat een minuut of vijf heb gedaan).
Doe nu het vlees terug in de pan en voeg de tomaten(saus) toe.
Op dit punt voeg ik meestal ook een scheut rode wijnazijn, de verse en gedroogde kruiden, de honing en de knoflook toe. Ik laat de kruiden heel. Wat er na een paar uur niet opgelost is (meestal de laurier en eventueel een kaneelstokje) haal ik er later wel weer uit.
Ik heb een bouillonblokje opgelost in twee koffiekopjes heet water en ook dit in de pan gedaan.
Tenslotte (voor nu) rasp ik de schil van de citroen er door heen én ik knijp met de hand de citroen leeg in de pan).
Al met al ben je met alle bovenstaande stappen een half uurtje bezig.
Ik heb tussendoor mijn laptop gestart en een kop koffie gezet, dus zodra de voorbereidingen klaar waren kon ik aan het werk. (nadeel: je zit de hele dag in een heerlijke geur te werken, waardoor je steeds honger krijgt).
Dan de derde tip: zet de kookplaat op de een-na-laagste stand. Laat dit zeker een uur of 4 a 5 staan. Ik heb het eerste uur de deksel er af, zodra het iets dikker wordt doe ik die er weer op.
Een check die je kunt doen: het vlees moet met de spatel makkelijk te scheiden zijn.
Onze stifado was aan het begin van de middag klaar, dus ik heb de kookplaat uitgezet en we zijn lekker gaan wandelen.
Tegen de tijd dat je gaat eten kook je de orzo in een bouillon en maak je wat salade klaar.
In plaats van orzo kun je van alles gebruiken: rijst, pasta of aardappelen bijvoorbeeld.
Ik heb wat cherry tomaatjes gesneden; beetje wijnazijn, olijfolie, zout en Griekse kruiden erover. Simpel.
Serveren met een ouzootje is bijna onvermijdelijk…
Καλή όρεξη!
Ziet er heerlijk uit!
Dat was ie zeker!